10 december 2016, 14 uur
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
AULA RECTOR DHANIS, ANTWERPEN
âToekomstverkenningen Richard CELISâ
Op weg naar 2030.
De Lage Landen in Europa.
Welke toekomstvisie ?
Verwelkoming
Ivo Coninx
Algemeen voorzitter VOS â Vlaamse Vredesvereniging
Introductie
Prof. Jan De Groof
Hoogleraar Europacollege Brugge, Universiteit Tilburg
Visie
Prof. Noël Clycq
Leerstoel Europese waarden: discoursen en perspectieven
Universiteit Antwerpen
Prof. Luuk van Middelaar
Leerstoel Europese waarden: discoursen en perspectieven
Université Catholique de Louvain
Paneldiscussie
Gemodereerd door journalist Guy Tegenbos
met
Prof. Hendrik Vos
Directeur Centrum voor EU Studies
Universiteit Gent
&
Prof. Matthias Storme
Directeur Instituut voor Handels- en Insolventierecht
Katholieke Universiteit Leuven
&
Prof. Kim Putters
Voorzitter Sociaal en Cultureel Planbureau Nederland
&
Tinneke Beeckman
Filosoof, docent en columnist
Beleid
Cathy Berx
Gouverneur van de provincie Antwerpen, namens
Vlaams minister-president Geert Bourgeois
1. Vooraf
Op weg naar de toekomst staat Vlaanderen zonder twijfel voor nogal wat uitdagingen. Om er maar enkele te noemen: culturele identiteit verzekeren in een omgeving die steeds sterker internationaliseert, politieke autonomie laten sporen met een almaar dwingender Europese sturing, onze hoge levensstandaard bewaren in een onzekere wereldeconomie, sociale samenhang stimuleren en verzoenen met toenemende diversiteit en individualiseringâŠ
De Toekomstverkenningen openden in 2012 met een conferentie over de Nederlandse cultuur en taal in een zich integrerend Europa. De conferentie 2013 had als onderwerp âOp weg naar 2020, welk sociaal beleid voor en door Vlaanderen?â. In 2014 stond de aanpak centraal om de economische welvaart van Vlaanderen duurzaam veilig te stellen. Vorig jaar concentreerden we ons op evoluties die de Vlaamse samenleving tot in haar diepste vezels uitdagen: de problematiek van asiel en migratie, integratie en de toenemende islamradicalisering. Dit jaar willen we vooruitkijken naar waar Vlaanderen morgen voor staat.
2. Verwelkoming door Ivo Coninx.
Ivo Coninx, Algemeen voorzitter VOS (aanvankelijk âVlaamse Oud-Strijdersâ), verwelkomt de ongeveer 450 aanwezigen, in het bijzonder mr. F.G Bijvoet, Consul-Generaal Nederland in Antwerpen en geeft snel wat duiding bij de doelstellingen van VOS. VOS werd opgericht in 1919 door Vlaamsgezinde IJzerfrontsoldaten met hun idealen âNooit meer Oorlog â Godsvrede â Zelfbestuurâ. Erkend als sociaal-culturele vereniging voor volwassenenwerk, profileert VOS zich als Vlaamse Vredesvereniging die streeft naar Vlaams zelfbestuur in Europa.
Daarna vraagt Coninx speciale aandacht voor de inrichtende verenigingen die in 2012 de handen in elkaar sloegen voor een vijfjarenproject dat inzoomt op de toekomst voor Vlaanderen binnen Europa en in een globaliserende wereld, via publieke conferenties op academisch niveau: De Marnixring Internationale Serviceclub, de Beweging Vlaanderen-Europa, de Vlaamse Volksbeweging en natuurlijk ook VOS gaven De Toekomstverkenningen de naam mee van Richard Celis (erevoorzitter van de Beweging Vlaanderen-Europa) uit waardering voor zijn levenslang engagement om de Vlaamse emancipatie vanuit variërende platformen te actualiseren. Het Fonds voor Vlaanderen en Pro Vives verlenen steun aan de lezingen en diverse andere Vlaamse verenigingen werken eveneens actief mee.
Ivo sluit zijn verwelkoming af met het thema van de conferentie 2016: de toekomst van de Europese Unie en de wisselwerking van Vlaanderen en Nederland met dat Europa.
3. Introductie door Prof. Jan De Groof
De euforie omtrent de Europese roeping lijkt weggeĂ«bd. Er wordt getwijfeld aan Europa. Een âeurokritischeâ houding overstemt in zekere zin een vroegere âeurofieleâ bezieling. De Brexit , ultiem bewijs van de malaise, moet ons de ogen openen; die tendensen zullen ook niet voorbijgaan aan de Vlaamse en Nederlandse samenleving. Prof. De Groof roept op om actief de Europese waarden te verdedigen. Hij ziet heil in een nieuw Europees humanisme, gegroeid uit de culturele en regionale verschillen. In dat verband dicht hij een groot gewicht toe aan de steden. Wat worden de krijtlijnen voor een nieuw evenwicht? Op sommige beleidsdomeinen minder Europese inmenging maar op andere domeinen dan weer méér Europa? In ieder geval, investeren in onderwijs en opleiding staat bovenaan zijn verlanglijst. Misschien is ook het beter terug te grijpen naar de bedoelingen van de Europese âfounding fathersâ. Tevens verwijst prof. De Groof naar de âSustainable Development Goalsâ, in 2015 formeel aangenomen door de algemene vergadering van de VN met de Duurzame Ontwikkelingsagenda 2030 en naar de nota âVisie 2050â, een langetermijnvisie voor Vlaanderen. Met 2050 als horizon, heeft de Vlaamse regering een sociaal, veerkrachtig en internationaal Vlaanderen voor ogen, dat welvaart en welzijn creĂ«ert op een innovatieve en duurzame manier.
4. Visie
4.1. Prof. NoĂ«l Clycq: âSteden als laboratoriaâ.
Prof. Noël Clycq nodigt de toehoorders uit om de Europese waarden c.q. identiteit te bekijken vanuit sociologisch en antropologisch perspectief. Het komt er voor hem op aan te zoeken naar eenheid in de verscheidenheid. Waarden zijn context- en vooral groepsafhankelijk gebonden (gezinsverband, onderwijs, ouderen/jongeren).
Merkwaardig, of men in de Unie woont of niet, of men woont in een land dat deel uitmaakt van de muntunie of niet, het heeft geen invloed op het voelen van een Europese identiteit. Dat Europees identiteitsgevoel kan leiden tot een gevoel van verbondenheid, maar⊠de âfanbaseâ krimpt. Alleen nog de elite blijft over, al begint die zich de laatste jaren ook af te keren van Europa. Bij de brede bevolking is nog minder animo voor de Europese gedachte. Europa roept bij sommigen zelfs negatieve gevoelens op. Hoe daaraan te verhelpen?
Bescheiden blijven: we moeten beseffen dat een nieuwe fanbase niet op miraculeuze wijze zal ontstaan. Gelukkig is er steun uit onverwachte hoek. Prof. Clyck wijst naar de steden, die aan het veranderen zijn. Als gevolg van de opeenvolgende migratiegolven wordt iedereen in de stad een minderheid! Die minderheden hebben het moeilijk om zich te verbinden met een nationale identiteit (Belg, Vlaming,âŠ), met een Europese identiteit echter des te gemakkelijker; uit onderzoek blijkt dat een zeker Europees identiteitsgevoel aanwezig is bij allochtonen reeds na een verblijf van 10 jaar. Als we een âvereniging in verscheidenheidâ nastreven moeten we zoeken naar nieuwe samenlevingsvormen en spreker hecht veel belang aan het onderwijs. Op dit ogenblik is de correlatie afkomst/toekomst vrij duidelijk. De sociale lift blijft steken en dat heeft zijn effecten. Polarisering en radicalisering blijven aanwezig.
Prof. Clyck besluit: minderheden zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen, de nationale identiteit zal veranderen. De Europese steden kunnen fungeren als laboratoria voor het Europa van de toekomst.
4.2. Prof. Luuk van Middelaar: âCrisis is het nieuwe normaalâ.
De laatste tien jaar strompelt Europa van de ene crisis in de andere. Met enig cynisme zou men kunnen zeggen dat âeen crisis het nieuwe normaal isâ, aldus prof. van Middelaar. En toch, Europa toont haar spankracht, want alle crisissen komt het te boven. Neem nu de Brexit; van Middelaar beziet dat als een soort kiezersopstand tegen de elites. Met economie heeft het weinig te maken, met individuele waarden en sociologische patronen des te meer: de EU wordt door velen ervaren als een bedreiging.âTake back controlâ is dan een voor de hand liggende gedachte. Maar de Brexit (en de recente verkiezing van Trump) ondermijnen wel het âBrusselsâ zelfbeeld. De EU, gebouwd op open grenzen (en niet op bescherming) is getroffen in het hart.
Voor Europa komt het er op aan om in het beleid een nieuw evenwicht na te streven tussen enerzijds de handel en anderzijds het vrij verkeer van personen. De balans vrijheid/bescherming moet hersteld worden. Het beleid moet een sociale component bevatten en Europa moet een sterke buitenlandse politiek voeren. Minder regels, meer daadkracht wordt het credo. Politiek moet handelen, minder âregelenâ: van regelpolitiek moeten we gaan naar een gebeurtenissenpolitiek: de bevoegdheden niet per se gaan overhevelen naar de deelstaten maar het handelingsvermogen vergroten door het samenbrengen van mensen en middelen.
En het is zeker niet aangewezen om te gaan dromen van de Verenigde Staten van Europa. De argwaan tegen zoân superstaat is te groot.
Hoe ziet de toekomst eruit? Tot 2030 is geen grote sprong te verwachten, eerder voortschrijdende veranderingen. Het centrum van de Europese macht blijft de Europese Raad, met impulsen vanuit de Commissie.
âIs dat dan nog het Europa van de founding fathers?â, vraag spreker. Het zal anders zijn, maar van Middelaar blijft positief: een Verenigd Europa biedt de beste kans op vrede en welvaart. Vlaanderen kan daarbij via publieke steun een ankerpunt blijven.
5. Interventies, commentaar en bevraging:
paneldiscussie gemodereerd door Guy Tegenbos.
De deelnemers aan de paneldiscussie, prof. Hendrik Vos, prof. Matthias Storme, prof. Kim Putters en Tinneke Beeckman, krijgen van Guy Tegenbos een paar gewichtige vragen voorgelegd: âHebben we nog een Europese identiteit en bestaat er een Europese droom?â.
âHebben we die nodig?â, repliceert Hendrik Vos, âde EU werkt, dus die hoeven toch niet?â. Misschien antwoordde hij toch wat te voortvarend want onmiddellijk daarna zwakte hij zijn repliek af: wellicht voor de solidariteit kan het van belang zijn, maar dergelijke identiteit kan geen kopie zijn van wat bestaat in de natiestaat. De vorm is anders en wordt anders geuit. Overigens gelooft Vos nog steeds in het Europees project. Op de vraag of er ergens sprake is van een Europese droom, moet hij het antwoord schuldig blijven. Als er al zoân droom is, is die voor hem een raadsel. Prof. Storme ging dieper in op een vraag over het gebrek aan vertrouwen in Europa. Het mangelt aan Europese legitimiteit, de afstand met de burger is te groot. Men kan zich vragen stellen bij het beleid, dat niet transparant is. Maar de oorzaak van het wantrouwen heeft vooral te maken met de perceptie van de inhoudelijke resultaten. Men voelt zich niet meer thuis in eigen land en voelt zich bedreigd. Dat onbehagen zal men niet wegwerken door het voortdurend te hebben over âkwaadaardige, domme populistenâ, aldus Storme. Ook het feit dat er in Europa geen gezamenlijk forum bestaat waar een blik kan geworpen worden op de politieke en maatschappelijke actualiteit (genre âde zevende dagâ) is een gemis.
Tinneke Beeckman is het niet eens met prof. Vos. Als je een politiek project hebt, is het van groot belang om een Europese identiteit te hebben; samen een verhaal maken, daar komt het op aan. De crisissen die we nu meemaken (Brexit, opkomst FN,âŠ) hebben te maken met een constructiefout van de EU die een beleid voert vanuit de ivoren toren. De onvrede daarover is terug te vinden in alle bevolkingslagen: de aanhangers van het Front National zijn vooral jongeren. Het is een poging om terug te keren naar de lokale politiek en dat kan ook een positieve insteek hebben. Daarnaast is Beeckman niet optimistisch over het âstedenverhaalâ aangezien een deel van de bevolking liberale waarden afwijst. Die identiteit laat helemaal niet toe om te kaderen in een politiek project. Er zijn daar veel verschillende dromen, maar geen gezamenlijk perspectief.
Voor de Nederlandse prof. Kim Putters leven wij al geruime tijd in de Europese droom, de droom van vrede en veiligheid. Putters noemt dit het Europa van opa en oma. Maar het is een feit dat een gevoel van onzekerheid ontstaan is omdat de âinstituten er niet zijn voor iedereenâ. De correlatie tussen de etnische achtergrond en het opleidingsniveau is onmiskenbaar. De scheidslijnen tussen bevolkingsgroepen worden steeds groter en de steun voor Europa ligt precies langs die scheidslijn. Eerst primeren jobs, brood en veiligheid en dan pas Europa; maar om die eerste te krijgen heb je wel Europa nodig, besluit Putters. Over de Nederlandse situatie maakt hij zich geen zorgen, een Nexit komt er niet. In Nederland heeft de handelsgeest voorrang en dus zal er steun blijven voor de EU.
âHoe zit dat bij ons?â wou moderator Tegenbos weten. Volgens prof. Vos valt onze situatie volkomen samen met de Nederlandse. De traditionele partijen geloven nog in de EU, extreme partijen, zowel van links als van rechts, veel minder. Overigens, het is een utopie te denken dat de themaâs die er werkelijk toe doen (klimaat, handelsstromen, vluchtelingenproblematiekâŠ) opgelost kunnen worden door ieder land apart. Samen naar een vergelijk zoeken, waarbij rekening gehouden wordt met andere landen die eigen en andere belangen hebben, is de boodschap. Zijdelings gaf prof. Vos de politici een veeg uit de pan als zij in eigen land de door henzelf in Brussel onderhandelde akkoorden bekritiseren.
Tinneke Beeckman legt de vinger op de wonde: er zou automatisch meer steun komen indien de EU de problemen werkelijk zou aanpakken. De mensen zijn het beu dat het hoogste orgaan er blijkbaar niet in slaagt het veiligheidsprobleem op te lossen. Samenwerken, akkoord, maar dat hoeft niet noodzakelijk te gebeuren in een EU-structuur.
Gevraagd of de oplossing gevonden kan worden in meer of minder Europa geeft prof. Storme een verrassend antwoord: âhier meer, daar minderâ. Er bestaan inderdaad zaken die een land niet alleen kan oplossen, bv. de vluchtelingenproblematiek, maar verder kiest hij voor het principe van de subsidiariteit. Meer Europa over gebieden waar geen overeenstemming over bestaat zal alleen maar de onvrede doen toenemen. Een spontaan applaus brak los toen Storme besloot: âfundamentele waarden moeten gedecentraliseerd worden!â. Met die mening staat prof. Storme bijgevolg diametraal tegenover de opvattingen van Guy Verhofstadt.
Ook prof. Putters geeft toe dat de unie dringend met een positief verhaal moet komen en handelend moet reageren op de problemen van veiligheid en migratie. Tevens was de snelle uitbreiding van de unie waarschijnlijk een fout.
Of de Benelux nog een rol kan spelen in dit verhaal wordt door de participanten betwijfeld. De Benelux Unie staat op een laag pitje, wat iedereen betreurt, maar het is niet anders. Dat we niet meer naar elkaars televisie kijken is in dat verband kenmerkend.
6. Slot
In afwezigheid van minister-president Geert Bourgeois, is het Cathy Berx die de tekst âVlaanderen 2050â toelicht, een tekst die de visie van de Vlaamse Regering uitlegt over hoe de EU op korte en middellange termijn dient te evolueren. Voor de Vlaamse overheidsdiensten zal âVlaanderen 2050â als leidraad dienen bij de beoordeling van wetgevende en andere initiatieven.
Ring:
MRIS
Gepubliceerd op:
26 november 2015 22:12