Image

PROGRAMMA

Peter BENOIT strijkkwartet op. 10

Joseph RYELANDT strijkkwartet op. 13

Flor ALPAERTS strijkkwartet nr. 4

Gaston FEREMANS prinsenlied of Gebed voor het Vaderland,

in een nieuwe kwartetzetting door Wilfried WESTERLINCK

PRAKTISCH

Vrijdag 29 september 2023, 20u

Mark Liebrecht Schouwburg, Heilig-Kruisstraat 16, 2640 Mortsel

Kaarten aan 30 euro via https://marnixringlievengevaert.org/ of reservatie door overschrijving op rekeningnummer BE49 4143 3172 4171 (Marnixring Lieven Gevaert)

Contact via marnixringlievengevaert@gmail.com

DESGUIN KWARTET

Leden: Wolfram van Mechelen - Viool

Ludovic Bataillie - Viool

Rhea Vanhellemont - Altviool

Pieter-Jan de Smet - Cello

Het Desguin Kwartet ontstond in 2017 aan het Conservatorium van Antwerpen, waar de leden samen afstudeerden met de hoogste onderscheiding. De naam verwijst naar de Antwerpse Desguinlei, waar het Conservatorium ligt.

In 2021 kwam een eerste CD van het Desguin Kwartet uit met Vlaamse muziek, onder andere de ook vanavond gebrachte kwartetten van Peter Benoit en Joseph Ryelandt. In samenwerking met radio Klara volgde het jaar daarop een tweede CD met vijftien nagelnieuwe kwartetten van eigentijdse Vlaamse componisten.

Ondertussen verzamelde het Desguin Kwartet hoge lof en prijzen door CD-opnames met anderen alsook radio-optredens en concerten in binnen- en buitenland. Inmiddels vierde het zijn eerste lustrum en werd het uitgekozen voor het MERITA-Platform (mede opgericht door de Europese Unie), wat een concertronde in Europa vanaf 2024 inhoudt.

Een ander hoogtepunt voor het pas begonnen seizoen is CD-opname van alle strijkwartetten van Flor Alpaerts, waarvan het vierde vanavond eveneens gespeeld wordt.

Maak kennis met het Desguinkwartet op YouTube: https://www.youtube.com/@desguinkwartet3949 en geniet alvast van een greep uit het programma: https://youtu.be/2u7NIj7oUcA?si=FN9EwkpdLwrDW8uJ

PETER BENOIT EN ZIJN STRIJKKWARTET OPUS 10

Meer dan elke andere ontwikkelde componist, dirigent en muziekpedagoog Peter Benoit (Harelbeke 1834 – Antwerpen 1901) niet alleen theorieën over muzieknationalisme in een indrukwekkende reeks polemieken en essays, hij realiseerde ze ook praktisch in onderwijs en concertleven. In 1867 werd hij directeur van de Vlaamse Muziekschool in Antwerpen, het latere Vlaams Conservatorium, met een door hem uitgewerkt baanbrekend leerplan van internationaal erkend formaat. Bovendien stichtte hij in 1890 het Nederlands Lyrisch Toneel, dat in 1893 de Vlaamse Opera werd. Zijn structuren werken vandaag nog volop. Tot zijn leerlingen behoorden Lodewijk Mortelmans, Edward Keurvels, Emiel Wambach en Jan Blockx.

Daarnaast componeerde Benoit een nog altijd vaak gespeeld, aanzienlijk en gevarieerd oeuvre, meestal vanuit de Vlaamse volksaard of geschiedenis en gericht op de Vlaamse gemeenschap (zoals toen wel meer toondichters in andere landen, bijvoorbeeld Grieg en Smetana). Men zegt vaak dat Conscience zijn volk leerde lezen en Benoit het leerde zingen…

In 1857 won de jonge Peter Benoit met de fel begeerde ‘Prix de Rome’ een intensieve studiereis langs Leipzig, Praag, Berlijn en München waar hij zijn (wellicht vierde maar enig bewaarde) strijkkwartet schreef. Met uitgebalanceerde vormstructuren en fijngevoelige melodieën leunt dit dichter aan bij de klassieke periode van Haydn en Mozart dan bij hoogromantische kamermuziek, hoewel ook invloeden van Mendelssohn, Schubert en Schumann hoorbaar zijn.

Benoit koesterde zijn strijkkwartet tot het einde van zijn leven. Het stond vaak op concert-programma’s van conservatoriumleerkrachten of -leerlingen en bleef ijzeren repertoire, zowel in zaal als op LP en CD.

JOSEPH RYELANDT EN ZIJN ADAGIO VOOR STRIJKKWARTET OPUS 13

De Bruggeling Joseph Ryelandt (1870-1965) behoorde tot een heel andere generatie en milieu. Waar een vrijzinnige Benoit de extraverte hoogromantiek in Vlaanderen aanvoerde weerklonk bij Ryelandt meer introverte laatromantische gevoeligheid, in het verlengde van zijn katholiek-mystieke devotie. Beide componisten kenden en waardeerden elkaar echter en werden wel eens samen op wandel door Brugge gezien. Overigens had Ryelandt ook nauw contact met zijn stadsgenoot Guido Gezelle, van wie hij later talloze gedichten zou toonzetten. Niettegenstaande zijn franskiljonse achtergrond sprak en schreef Joseph Ryelandt immers onbekommerd en uitstekend Nederlands.

De adellijke familie Ryelandt was zeer vermogend en ook de jonge baron Joseph moest niet componeren om in zijn levensonderhoud te voorzien. Met 133 opusnummers is zijn oeuvre nochtans heel omvangrijk: hij schreef wat hij wilde en uit innerlijke noodzaak. Pas op zijn vierenvijftigste bleek hij verarmd door inflatie en aanvaardde hij zijn eerste en enige vaste betrekking: van 1924 tot 1945 was hij directeur van het Conservatorium te Brugge.

Het Adagio voor strijkkwartet uit 1895 is een vroeg werk van Ryelandt dat een soort mystieke onbestemdheid ademt, waarschijnlijk als eerbetoon aan zijn pas overleden leeftijdsgenoot en Waalse medecomponist Guillaume Lekeu. Het werd de trage beweging van een vierdelig strijkkwartet, dat de componist echter vertwijfeld verscheurde, maar het Adagio werd om onbekende reden gespaard. Later zou Ryelandt nog vier strijkkwartetten schrijven.

FLOR ALPAERTS EN ZIJN VIERDE STRIJKKWARTET

Flor Alpaerts (1876-1954) was een volbloed Sinjoor en toegewijd volgeling van Peter Benoit. Hij studeerde en doceerde aan het Vlaams Muziekconservatorium en werd er ook directeur in 1933 (na een bitsige strijd met Lodewijk de Vocht). Tegen de uniformisering van het ‘belgisch’ muziekonderwijs in zette hij de Benoit-traditie zoveel mogelijk voort. Als pedagoog schreef hij invloedrijke muziekhandboeken en organiseerde hij jeugdconcerten. Alpaerts' grote bewondering voor Benoit werkte niet verlammend of conserverend zoals bij sommige van zijn collega’s: hij hertaalde Benoits grondbeginselen en gaf de Vlaamse muziekbeweging een eigentijds gezicht.

Als dirigent, muziekuitgever en -directeur van verscheidene instellingen was Flor Alpaerts alomtegenwoordig in het Antwerpse muziekleven. Hij bracht zowel het internationale als het Vlaamse repertoire maar was daarenboven onmiskenbaar de belangrijkste Benoit-uitvoerder van zijn generatie. Hij leidde onder meer de Peter Benoitkapel, het Peter Benoit Fonds, de orkesten van de Bourlaschouwburg en de Dierentuinconcerten, het gemengd koor Arti Vocali en een seizoen lang zelfs de Vlaamse Opera. Ook als gastdirigent in het buitenland toonde Alpaerts zich propagandist van de Vlaamse muziek.

In zijn composities verwees Alpaerts nog nauwelijks rechtstreeks naar de Vlaamse Beweging, wel verklankte hij vaderlandse iconen in symfonische gedichten zoals Pallieter en Uilenspiegel. Als vrijmetselaar (ook al in de geest van Benoit) schreef hij nauwelijks liturgische muziek. Alpaerts componeerde vooral voor orkest – in een aanvankelijk impressionistisch, later expressionistisch en ten slotte neoclassicistisch idioom – en zijn rol in de Benoit-cultus belette niet dat hij zich evenzeer inzette voor de muziek van Igor Stravinsky en Arthur Honegger.

Toch zeer onverwacht was de plotse voorkeur van de oudere Alpaerts voor kamermuziek, op de eerste plaats het strijkkwartet. Met niet minder dan vier Strijkkwartetten, nog gevolgd door Vier Bagatellen voor dezelfde bezetting, bekroont hij als het ware zijn oeuvre en openbaart hij een onvermoed aspect van zijn talent. De strenge eisen voor het kwartet heeft hij volkomen onder de knie, wat betekent dat hij een soepele lineaire schrijfwijze ontwikkelde. Binnen een klassieke opbouw geeft hij blijk van zin voor abstract muzikaal denken, bijna lijnrecht in tegenstelling met de concrete gevoelsuitbeelding die voorheen zijn hoofdbetrachting leek.

GASTON FEREMANS EN ZIJN PRINSENLIED

Gaston Feremans (Mechelen 1907 – Berchem 1964) studeerde aan de conservatoria van zowel Mechelen als Brussel en het Lemmensinstituut voor kerkmuziek. Hij debuteerde succesvol als tenorzanger, werd later dirigent en in 1934 (tot 1944 – zie verder) directeur van de Aalsterse muziekschool. In zijn beginperiode manifesteerde hij zich als veelbelovend symfonicus, maar wegens te weinig orkestrale uitvoeringsmogelijkheden schakelde hij bijna volledig over op vocale muziek, waaronder veel religieuze werken alsook Vlaamse strijdliederen op teksten van onder andere Ferdinand Vercnocke.

Niettegenstaande het nationalistische milieu waarin Gaston Feremans opgroeide en verkeerde, zonderde hij zich aanvankelijk enigszins af van de Vlaamse beweging omdat hij vooral componist en geen "politiek-muzikaal strijder" wou zijn. Bij steeds duidelijker gebrek aan carrièrekansen als componist of orkestdirigent bleken, raakte Feremans echter meer en meer betrokken bij de nationalistische muziekbeweging, zoals Vlaams Nationaal Zangfeest, IJzerbedevaart, Dag van het Vlaamse Lied. Met zijn koor Het Vendel zong hij in heel Vlaanderen voor VNV, NSJV, DeVlag enzovoort alsook voor Zender Brussel, waarvan hij muziekdirecteur was.

Voor deze ‘culturele collaboratie’ werd Gaston Feremans vanaf september 1944 opgesloten in het kamp van Lokeren. Daar componeerde hij onder andere liederen op teksten van medegevangenen Bert Peleman en Remi Piryns (Gebed voor het Vaderland). Uiteindelijk kreeg Feremans zeven jaar gevangenis, een zware boete en levenslange ontzetting uit zijn rechten. Daarnaast werd hij ontslagen als muziekschooldirecteur. In maart 1947 kwam hij vrij en begon hij zelfstandig te werken als organist, orkestrator en componist.

Het Gebed voor het Vaderland ofte Prinsenlied werd oorspronkelijk geschreven voor a capella mannenkoor maar ontwikkelde zich tot zowat “een tweede Groeninghe en ons derde Nationaal Lied” – het werd de hymne bij uitstek van de Marnixring. Op ons verzoek instrumenteerde Wilfried Westerlinck, hedendaagse componist en organisator van Klankdomein (een jaarlijks festival voor Vlaamse muziek – zie elders), de oorspronkelijke partituur nu voor strijkkwartet, hier een eerste maal uitgevoerd.

MUZIEKPROJECT

Op 7 mei 2013 verwoordde Marnixring Lieven Gevaert opnieuw haar streven om Vlaamse componisten ”zoals Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans en Jef van Hoof onder de aandacht van het publiek te brengen. Hiertoe organiseert hij tweejaarlijks een concert”. Reeds eerder vermeldde de webstek: “De aanzet tot ons project werd gegeven in 2001 tijdens het Benoitjaar (…) wanneer de idee werd gelanceerd de bevordering van de ‘Vlaamse Romantische Muziek’ (…) grosso modo te situeren tussen 1850-1950 (…) tot vast project van onze Ring te maken”.

Aldus gingen aan ons concert van heden vooraf:

Orkestwerken van Jef van Hoof en Ludwig van Beethoven door La Passione onder Geert Hendrix (met sopraan- en pianosolo) op 27 juni 2009 in een volle Carolus Borromeuskerk;

Pianomuziek van Peter Benoit, Lodewijk Mortelmans, August de Boeck, Jef van Hoof en Ludwig van Beethoven door Roland de Munck op 16 maart 2012 in de volle Kapel van het Elzenveld;

Nederlandse en Duitse Romantische Liederen met Werner van Mechelen en Jozef de Beenhouwer op zondagnamiddag 29 oktober 2017 in de volle Kapel van het Elzenveld.

Volgende lente – op 10 juni 2024 – biedt Marnixring Lieven Gevaert een recital met liederen van Lodewijk Mortelmans en Edvard Grieg, door sopraan Hendrickje van Kerckhove en pianist Nicolas Callot in het Auditorium van de Muziekacademie te Mortsel.

Praktische informatie

Organisator:
Antwerpen Lieven Gevaert

Startdatum:
29 september 2023 20:00

Einddatum:
29 september 2023 21:30