Image

Op 21 april jongstleden stuurde de Nederlandse minister van Onderwijs Dijkgraaf een brief aan de Tweede Kamer met concrete voorstellen “om het aantal internationale studenten dat naar Nederland komt beter te kunnen beheersen en sturen”

In maart had onze eigen minister van Onderwijs Ben Weyts meerdere aanvragen van universiteiten geweigerd om anderstalige opleidingen aan te bieden wegens gebrek aan een Nederlandstalig alternatief. Nu lijkt er nu ook bij onze Noorderburen vanuit politieke hoek een reactie te komen tegen de ongebreidelde internationalisering, lees ‘verengelsing” van het hoger onderwijs. Feit is dat deze evolutie in Nederland al veel verder is doorgeschoten dan in Vlaanderen waardoor een aantal disfuncties inmiddels scherp aan het licht zijn gekomen.

De brief van Dijkgraaf is interessant in die zin dat er vanuit het beleid voor het eerst uitdrukkelijk wordt erkend dat er een probleem is waaraan moet geremedieerd worden. Hieronder kan u het lichtjes ingekorte persbericht lezen waarin de inhoud van de ministeriële brief wordt samengevat.

Dit interessante nieuwe element in het debat zal zeker ook aan bod komen op het colloquium dat de Marnixring organiseert in Antwerpen op 16 december 2023 naar aanleiding van ons 11° lustrum.

De afgelopen jaren nam het aantal studenten uit het buitenland sterk toe. Afgelopen studiejaar telde Nederland 115.000 internationale studenten, 3,5 keer zoveel als in 2005-2006. Op universiteiten kwam 40 procent van de nieuwe studenten uit het buitenland (2015: 28 procent). Op sommige plekken leidt deze toename tot problemen rond huisvesting, hoge werkdruk en de toegankelijkheid van opleidingen. Minister Dijkgraaf: “Nederland is geen eiland – integendeel, we zijn juist één van de meest internationaal verbonden landen van de wereld. Het is dus goed dat Nederlandse studenten in het buitenland kunnen studeren en internationale studenten hier in Nederland. Voor de studenten zelf, maar ook voor onze samenleving en kenniseconomie. Denk aan de groeisectoren in de techniek die zitten te springen om internationaal talent. Maar het moet wel mogelijk zijn om die stroom studenten waar nodig te kunnen beheersen. Ongeremd leidt het onder meer tot overvolle collegezalen, hoge werkdruk van docenten en gebrek aan huisvesting en zet de toegankelijkheid van opleidingen onder druk.

Ik wil met een langjarige en gerichte aanpak voorkomen dat de kwaliteit van onze hogescholen en universiteiten zo onder druk komt te staan dat dit onze internationale toppositie ondergraaft. Ik wil die positie juist ondersteunen. We hebben naast een gaspedaal ook een rem en vooral een stuur nodig.

In zijn brief stelt minister Dijkgraaf een reeks instrumenten voor om de komst van internationale studenten beter te kunnen beheersen. Het gaat om een combinatie van wetgeving en afspraken met de instellingen. De minister wil nadrukkelijk ruimte voor maatwerk als het gaat om studies die opleiden voor strategische groeisectoren zoals ICT en techniek, en voor de tekortsectoren op de arbeidsmarkt. Verder benadrukt hij bij het uitwerken van die instrumenten rekening te houden met verschillen in het stelsel van hoger onderwijs. Zo is er aandacht voor de specifieke behoeftes van regio’s. Universiteiten en hogescholen vlakbij de Duitse en Belgische grens hebben natuurlijk een andere positie als het gaat om internationalisering.

Het pakket maatregelen omvat ten eerste een vorm van centrale regievoering. Op deze manier kun je met een consistente en brede maatschappelijke blik naar het hele onderwijsstelsel kijken. (…) De regievoering geeft richting aan de instrumenten die hogescholen en universiteiten kunnen toepassen om internationale studentstromen beter te kunnen beheersen. Als het stelsel in gevaar dreigt te komen wil minister Dijkgraaf mogelijkheden hebben om in te grijpen. De precieze vorm van de regievoering wordt de komende tijd verder uitgewerkt.

Andere maatregelen gaan over het beperken van het aantal studenten op een opleiding omdat de maximale capaciteit daarvan wordt bereikt. Nu is zo’n ‘capaciteitsfixus’ alleen mogelijk op een hele opleiding. Het gerichter inzetten van dit instrument op bijvoorbeeld alleen een (anderstalige) traject vergroot de toegankelijkheid voor Nederlandstalige studenten.

Bovendien wil de minister het aantal studenten van buiten Europa (EER) kunnen beperken als een fixus-opleiding vol dreigt te lopen. Zo houden zowel Nederlandse als Europese studenten toch toegang tot deze opleidingen. Een zogeheten ‘noodcapaciteitsfixus’ moet een onverwachte en grote stijging van studenten van buiten Europa op kunnen vangen.

Minister Dijkgraaf wil verder dat hogescholen en universiteiten de taalvaardigheid in het Nederlands bevorderen bij alle studenten – dus ook de internationale. Een betere beheersing van het Nederlands vergroot de kansen op de arbeidsmarkt. Bovendien is de kans dan groter dat studenten uit het buitenland na hun studie in Nederland willen en kunnen blijven. In een nieuw wetsvoorstel werkt Dijkgraaf deze (taal)maatregelen uit. Het uitgangspunt dat onderwijs in het Nederlands wordt verzorgd, blijft daarin ongewijzigd. Nederlands is en blijft de hoofdtaal, waarbij de toegestane uitzonderingen beter worden gedefinieerd. Dat maakt toezicht hierop mogelijk.

Gezien de urgentie gaat de minister direct van start met het ontwerpen van een nieuw wetsvoorstel, dat op z’n vroegst in september 2024 van kracht kan worden. (…).

Tenslotte wil minister Dijkgraaf nog vóór komende zomer verdere bestuurlijke afspraken maken met universiteiten en hogescholen - afspraken die helpen het aantal internationale studenten dat naar Nederland komt beter te beheersen en sturen. Het gaat bijvoorbeeld om het doorzetten van de afspraken over gerichte werving: zo zouden ze alleen nog actief in het buitenland moeten werven voor opleidingen die zich richten op de regionale arbeidsmarkt(tekorten). Een oproep om terughoudend te zijn bij werving had hij in december al gedaan. Ook wil Dijkgraaf dat meer internationale studenten actief worden begeleid naar de Nederlandse arbeidsmarkt, dat instellingen in principe Nederlands als bestuurstaal hebben (indien nodig tweetalig) en dat studenten goede voorlichting krijgen over huisvesting.

Peter De Vos

Over dit bericht

Ring:
MRIS

Auteur:
Nico Stassen

Gepubliceerd op:
3 June 2023 09:45